Hof van Assisen
‘Zijt gij in gemoede overtuigd?’

Het Hof van Assisen met rechtsprekende burgers blijft minstens tot 2024 verankerd in de grondwet. Wat daarna? De Europese lidstaten zijn in 2004 begonnen met het opstellen van een Europese grondwet, allicht zonder participatie van de burgers in de rechtspraak. Hoge magistraten, in samenspraak met de politiek klasse, voeren vandaag een nieuw offensief om het Hof van Assisen ditmaal voorgoed te laten verdwijnen. ‘Te duur, veel tijdverlies en vervelend om zich voortdurend te moeten verantwoorden.’


Van de grandeur van een assisenproces blijft ondertussen niet veel over na de gedwongen verhuis uit monumentale, plechtige zittingszalen naar kleine, zogeheten eigentijdse zaaltjes waar de openbare aanklagers video’s en slides kunnen gebruiken voor hun bewijsvoering.

De kracht van het woord haalt het daar niet meer van de kracht van klank en beeld en het presenteren van honderden slides met samenvattingen en quotes uit het dossier. Geen enkel jurylid kan deze waanzinnig grote hoeveelheid informatie verteren. Assisentempels worden bioscoopzalen. Magistraten, speurders en advocaten worden gezien als vedetten.


Zijt gij in gemoede overtuigd?
Toen de wetgever in 1867 de procedure voor de volksrechtspraak regelde, werd de opdracht van elk jurylid vastgelegd in een paragraaf die elke ernstige student rechten ooit uit het hoofd kende.

De tekst in ons oude Nederlands klinkt vandaag oubollig, maar kon toch honderdvijftig jaar nooit verkeerd begrepen worden. Er wordt de juryleden opgelegd zich niet te laten leiden door emotionele pleidooien, alwetende deskundigen, de hoeveelheid bewijzen of opinies in de media. ‘…dat gij geen gehoor zult geven aan haat of kwaadwilligheid, aan vrees of genegenheid, dat gij zult beslissen op grond van aangevoerde bezwaren en de middelen van verdediging, naar uw geweten en innige overtuiging, met onpartijdigheid en vastberadenheid zoals het een vrij en rechtschapen mens betaamt.

De filosofie van het Hof van Assisen steunde op volgende tekst: De wet vraagt aan de gezworenen geen rekenschap van de middelen waardoor zij tot hun overtuiging zijn gekomen; zij schrijft hun geen bijzondere regels voor om uit te maken of een bewijs volkomen en genoegzaam is; zij schrijft hun voor zich in stilte te bezinnen en in de oprechtheid van hun geweten na te gaan welke indruk de tegen de beschuldigde aangevoerde bewijzen en zijn middelen van verdediging op hun geest hebben gemaakt. De wet zegt hun niet, ‘Gij zult voor waar houden alles wat door een bepaald aantal getuigen verklaard wordt’; zij zegt hun evenmin ‘Gij zult niet als voldoende gegrond beschouwen een bewijs dat niet berust op dat bepaald proces-verbaal, op die bepaalde stukken, op zoveel getuigenissen of op zoveel aanwijzingen van schuld’; zij stelt alleen deze vraag, waarin hun gehele plicht besloten is: “Zijt gij in gemoede overtuigd?”’


Een volksjury, dat bestaat niet meer

In 2009 verdween deze plechtige eedformule. ‘Eer en geweten’ tellen voortaan niet meer mee. In overeenstemming met de Europese normen wil justitie nu van de volksjury op papier lezen om welke redenen iemand schuldig wordt verklaard, iets wat de volgende jaren wat gedoe veroorzaakt omdat het opstellen van zo’n motivatie enige rechtspraktijk vereist.

Vanaf 29 februari 2016 verdwijnt het juridisch begrip ‘volksjury’ en wordt het vervangen door ‘rechtscollege’. Vanaf dan gaan de drie magistraten van het Hof mee in beraad met de twaalf burgers. Alleen die twaalf burgers mogen de stembriefjes invullen. De hoogste magistraat stelt de motivering op na de beraadslaging te hebben geleid en eenieders mening te hebben gehoord. Alle aanwezigen kennen nu de mening van de anderen en kunnen erdoor worden beïnvloed. Weg het geheim van het beraad, geen sprake meer van ‘zich in stilte bezinnen’ of ‘de overtuiging in gemoede’.

Het begrip ‘volksjury’ leeft weliswaar verder in de media, maar bestaat in de praktijk niet meer.

GV/paasboodschap 2023