“Volgens de wens van de overledene is er geen koffietafel voorzien”


Vandaag, zaterdag 6 mei 2017 werd ze begraven op het kerkhof van Dendermonde, na een lang verblijf op de dienst Palliatieve Zorgen en een sobere uitvaartliturgie in de Sint-Egidiuskerk van Sint-Gillis-Dendermonde, daar waar Kim De Gelder zijn bloedblad aanrichtte.


“Volgens de wens van de overledene is geen koffietafel voorzien.”


Zo stond het op het overlijdensbericht dat mij werd toegestuurd.
Wellicht omdat ik de jongste jaren geregeld aan de familie had gevraagd hoe ze het stelde.


Een grote familie met vele verschillende familienamen.
Gaande van kinderen tot kleinkinderen en achterkleinkinderen.


De puzzel geraakte niet gelegd.
Ook niet tijdens de weken rond het trage sterfbed.


Jeannine, zo heet ze, keek op haar leven terug als op een puinhoop.


Dat is zo wanneer je de familie niet bij mekaar hebt kunnen houden.
Iets wat haar nooit geleerd werd want slechte voorbeelden waren haar lot, vanaf haar geboorte in 1949 in het Hofstade van Aalst.


Ja, ik heb haar gekend als rauwe vrouw en haar ook bezocht in een marginaal café dat ze radeloos uitbaatte en waar ik vandaag niet meer zou durven komen omdat ik geen lange baard, geen buik, geen zeemanspet en geen brede schouders meer heb.


In 1986 op het Hof van Assisen in Gent, heb ik haar voor het eerst gehoord en daarna gezien.
Ze was toen 37 jaar.
Ze moest getuigen in een zaak van een dubbele moord, als echtgenote van de dader die toen nog tot de doodstraf werd veroordeeld.


Haar getuigenis werd een ellenlange vertelling van wat zij had meegemaakt met de dader.
Voorzitter Jean-Paul De Graef kreeg haar de zaal niet meer uit, zodanig genoot ze van de belangstelling.


Het proces brachten we in 1986 in ons eerste boek “In Naam van het Volk”.


En ja, kort na het proces was er een brief van haar.
Ze wilde graag haar levensverhaal vertellen of neerschrijven als soap in het weekblad Blik dat toen pas bestond en waar ik mijn beste krachten aan wijdde.


Dat verhaal is er gekomen, vol rauwe werkelijkheid en merkwaardige foto’s.
Een nieuwe vorm van journalistiek was ontstaan.


Jeannine kon niet alleen goed praten, ze kon ook goed schrijven.
In haar vertellingen ging ze niks uit de weg.
Het stond er allemaal:
haar jeugd,
haar relaties,
haar verblijf in de gevangenissen voor kleinigheden, een beetje fraude om te overleven,
af en toe een heling.


Nog tijdens haar wekelijkse vertelling volgde er een bankroet en een nieuw verblijf achter de tralies.


In de gevangenis bleef ze haar memoires schrijven.
Gedenkschriften van een blijkbaar onverwoestbare vrouw, nog geen 40 jaar.
Ik heb er mijn werk aan gehad.


Dat Blik oprukte naar ruim 100.000 verkochte nummers heeft zeker te maken met de strategie van de grote verhalen rond de kleine man.
Jeannine was, als vrouw, mee van de eersten.


Daarna heb ik niks meer van Jeannine gehoord.


Totdat in een ander proces voor het Hof van Assisen een familielid van haar betrokken was en ik opnieuw werd opgebeld.


Met een van de dochters van Jeannine ben ik contact blijven houden via Facebook.


Zo vernam ik dat de terdoodveroordeelde dubbelmoordenaar relatief snel vrij was gekomen en een deugdzaam en berouwvol leven leidde, binnen de warmte van enkele van zijn kinderen.


Hij overleed, niet zo lang geleden.


En nu is de beurt aan Jeannine.
Begraven zonder koffietafel.
Op haar verzoek.


Toch nog eens dankjewel, Jeannine.
Voor de sterke verhalen, je rauwe eerlijkheid.
De lezers van toen hebben ze zeker onthouden.


En ik heb er als journalist een beetje naam mee gemaakt.