Zomerserie 15/25
Filip De Pillecyn (in 1950)
‘Onder de as van de jaren is het vuur opnieuw aan het smeulen gegaan’
Afbeelding van Sabine van Erp via Pixabay
- Filip De Pillecyn – (Hamme 1891 – Gent 1962)
- Vlijmscherp journalist
- Fijnzinnig en zedig Vlaamse schrijver en Vlaams activist (IJzerbedevaart)
- Omwille van zijn denkbeelden tijdens de repressie veroordeeld voor collaboratie
- Iets wat Ernest Claes, Felix Timmermans en andere Vlaamse schrijvers, eveneens is overkomen.
- Later werd hij met veel vertoon in ere hersteld
- Kreeg in Hamme zijn eigen museum.
- Hij is het meest gekend door de verfilming van zijn boek “Monsieur Hawarden”
In zijn “De Veerman en de Jonkvrouw” (uitg. de Clauwaert 1950)
brengt hij beheerste erotische portretten van zijn personages,
iets wat vandaag
in de snel-boemboem-literatuur
ondenkbaar zou zijn.
Op pagina 100 (e.v.) van zijn boek lezen we:
Tante Henriette (…)
Haar hoofd is vol van haar eigen verliefdheid. Zij heeft herhaalde malen bemerkt dat monsieur Grandjean zeer voorkomend is voor haar. Haar goede jaren zijn voorbij maar de levensvlam is niet gedoofd in haar. Rondom haar wemelt de intrige der driften en dagelijks komt tot haar het gefluister van ontrouw en jaloersheid. Zij voelt zich nog niet oud genoeg om in afzijdig toeschouwen te verblijven. Met haar bejaarde vrienden van de kanselarij praat zij graag over wat er daar gebeurt en zij speelt het spel der politieke konkelarij met onverminderde geestdrift mee. Maar het wisselend spel van liefde en hartstocht heeft haar nooit onverschillig gelaten. Zij beoefende het met die bescheidenheid die opspraak vermijdt maar dan toch het aanschijn schenkt dat wordt gegund aan hen die door de god der minne niet worden versmaad. Zij heeft zeer ernstig nagedacht over monsieur Grandjean. Hij is een man, meent zij, die niet tot dat soort van vluchtige minnaars behoort die in de armen van een vrouw reeds liggen te denken aan minnekozerij met een andere. Zij meent dat hij een standvastig karakter heeft en “homme du monde” is hij zonder twijfel. Dat ziet men als hij in gezelschap verkeert. En als hij alleen is met haar, is hij opgewekt en vol attenties. Dat gaat naar het hoofd meer dan naar het hart van de vrouw. Het is als een dienstbaarheid waarover zij beveelt en die haar het gevoel van meesterschap geeft: want tante Henriette voelt zich steeds gevleid als er in de liefde een beetje onderdanigheid zit. Zij houdt veel van die uren waarop monsieur Grandjean haar bezoekt, buiten de vaste dagen waarop zij het gezelschapsleven huldigt in haar woning. En stilaan heeft zij in zijn houding een vertrouwelijke tederheid ontdekt. Zijn handkus is niet louter beleefdheid en zijn komplimenteuze taal valt buiten de gewone galanterie. Zij heeft hem niet afwijzend behandeld. Zij is in het naseizoen van voorzichtig beleefde hartstochten. Zij doet geen afstand van de mogelijkheden van een nabloei. Zij hebben samen gezeten en er zijn lange tussenpozen van zwijgzaamheid geweest in hun gesprek. Zij waardeert dat: deze bescheidenheid is al te zeldzaam bij de mannen die zij kent om ze niet naar waarde te schatten, hoezeer zij ook voor een ongeduldige vurigheid de ruimste vergiffenis zou hebben voorbehouden. Zij heeft zulks misschien laten blijken: want hij is weldra inniger en vertrouwelijker geworden en zijn blikken zijn strelend over haar gegaan. En naast haar gezeten is hij stouter geworden en daar zij niet streng was en zich niet beledigd voelde, heeft hij duidelijke blijken van verliefdheid gegeven. Zij denkt daar nu over na, zittend voor haar opengeslagen secrétaire. Zij koestert zich in de herfstzon van haar zinnen. Haar mond heeft zijn kussen aanvaard en zij heeft geen afwerende hand uitgestoken als zijn lippen daalden in het hoog uitgesneden keurslijf. Onder de as van de jaren is het vuur opnieuw aan het smeulen gegaan…
L62
Uw mening is belangrijk voor ons