In de marge – De dag dat er geen Cyriel Lambrix meer is
Cyriel Lambrix heeft geen vrije tijd. Toch werkt hij gestadig verder aan de plechtige presentatie van van boek over de zowat honderd assisenprocessen die hij beleefde als zittingsdeurwaarder in Tongeren.
We mochten de inleiding schrijven.
Een eer voor ons.
Hierbij een voorproefje.
De dag dat Cyriel er niet meer is
Overal worden ze anders genoemd.
Zaalwachter, zittingsbode, planton,
ceremoniemeester,
deurwaarder, zittingsdeurwaarder, deurwaarder-ter-rolle
en nog veel meer,
zelfs public-relations,
technicus, klankman,
gids
en verbindingsman tussen Hof en pers,
parket en pers,
publiek en griffie.In Tongeren volstaat één naam:
Cyriel Lambrix (1939).
Tien taken, gebald in één man.Cyriel is hier alles tegelijk en dat al tientallen jaren.
Goed, snel en daarom goedkoop.Samengevat: zonder Cyriel geen processen voor het Hof van Assisen.
Overdreven, zo hoor ik u denken.
Nee, het is zo.
Zelf draai ik al een halve eeuw mee in het assisencircuit, in de negen provincies.
Ik zie hoeveel volk ze op een ander nodig hebben om zo’n proces te beginnen,
dagenlang te laten draaien
en onbeschadigd te laten eindigen.
Ik begrijp niet hoe Cyriel dat klaarspeelt
en hoe hij dat blijft combineren,
bovendien altijd onberispelijk gekleed in maatpak
en met stropdas.
Soms als enige.
Als de fatale dag ooit komt,
zal justitie minstens vijf voltijdse mensen nodig hebben
om hem te vervangen.
Laat er dan op dat moment minstens enige zichtbare dankbaarheid bij zijn
en voelbaar respect
want wat Cyriel doet, doet niemand bij justitie
en zal nooit iemand meer doen.
Om 7 uur ’s morgens is hij er al.
En er is al lang niemand meer in het gebouw
als Cyriel de lichten dooft en de deuren afsluit.
Nee, het gebeurt niet de hele tijd met een brede lach erbij.
Dat kan niet,
de spanning en de concentratie zijn soms te groot.
Maar hij blijft correct,
over de hele lijn,
tegenover de groten en de kleinen.
Spijtig dat Justitie maar één Cyriel heeft
Dat het Hof van Assisen nog bestaat, heeft evenzeer te maken met mensen als Cyriel.
Hij gelooft in de mensen en in de rechtspraak door die mensen.
Ik vergelijk dat met de andere provincies waar ik de processen volg.
Lange gezichten,
tegendraadsheid,
tegenwerking als het kan,
laksheid, gelatenheid.
Een burger voelt zich daar niet welkom
en krijgt een afkeer van justitie.
In Leuven, bijvoorbeeld.
Alsof het klein personeel in de toeschouwers noodzakelijk kwaad ziet.
Zittingsdeurwaarders die in jaren geen woord wisselen met de journalisten.
In Leuven zijn ze met drie en vier om te doen wat Cyriel alleen doet.
In Antwerpen draaien ze met vier en vijf “zaalwachters”,
liefst met een lang gezicht
en zonder contact met de mensen in de zaal.
De zitting is amper voorbij
of ze staan met hun sleutels gereed om de zaal af te sluiten.
In Brussel is er helemaal geen contact mogelijk.
Ze zitten ver weg van de mensen.
In Brugge en Gent
waren de zittingsdeurwaarders ex-rijkswachters
die tot 200 processen op hun palmares hadden
en met wie het aangenaam keuvelen was.
Maar méér dan het binnenbrengen van de getuigen
en het naar buiten leiden van de juryleden
stond niet in hun takenpakket.
Ze werden recent vervangen wegens dood of hoogbejaard.
In Gent vrezen we het ergste,
in Brugge is er enige hoop.
Om maar te zeggen dat de nieuwe mensen in het ressort Antwerpen-Limburg niet beseffen welke waarde deze Cyriel Lambrix voor justitie heeft.
Ik zal het zeggen: een pièce unique.
Binnen zonder kloppen
Weinigen kunnen de naam van Cyriel Lambrix uit Nerem zonder fouten schrijven.
Zelf maakt hij zelden een fout in namen.
Hij moet nochtans heel wat namen noteren,
heel moeilijke soms, en onthouden.
De getuigen,
de juryleden,
de experts,
de magistraten.
De advocaten vragen het soms liever aan Cyriel dan in hun eigen dossiers te zoeken.
Voor Cyriel mag het alle dagen assisen zijn in Tongeren.
Hij doet het grondig en gretig.
In het begin, rond 1990, deed Cyriel dat werk niet graag.
Hij sprak erover om te stoppen.
Dat kwam zo:
de vorige zittingsdeurwaarder Jefke François was plots overleden.
De stille man sukkelde al langer met een gezwel achter de nieren.
Niemand die wist dat het zo ernstig was.
Albert, de invaller van Jef, overleed in dezelfde periode.
Tongeren zat ineens zonder zittingsdeurwaarder.
Bovendien was er door wereldvreemde heren op het ministerie van Justitie een wervingsstop afgekondigd.
We schrijven Tongeren 1993.
Oplossing ligt op cafétafel
“Zou Cyriel Lambrix, die op de Bilzersteenweg boven een gazettenwinkel woont, die job niet willen doen?”
Zo vroegen ze zich in café Gerechtshof, toen nog bij Gieke en Mieke, pal tegenover het oude gerechtsgebouw.
Hier zitten magistraten, advocaten en parketpersoneel vaak dagelijks rond dezelfde tafels.
Men zou het hem vragen.
Heel Tongeren kende Cyriel als een kordate,
geblokte man met een vlekkeloos verleden.
Iemand voor wie gezag heilig is.
Cyriel was blij dat hem zoiets werd gevraagd.
Als gezonde man van 53 jaar was hij als hogere bediende meegesleept in de val van de Luikse staalreus Ockerill Ougrée.
Inplaats van alle dagen naar Jemeppe-sur-Meuse te rijden, zat hij nu thuis.
Hij zocht naar iets om nuttig bezig te zijn.
Over Cockerill weet hij geen kwaad woord.
Ook daar deed hij zijn werk met hart en ziel.
Zoals alleen mensen van vroeger dat kennen.
Hij is dus van de ene dag op de andere zittingsdeurwaarder geworden.
Zonder te kunnen proefdraaien.
Niemand die hem zegde hoe het moest.
Met al zijn energie heeft hij van die job iets heel bijzonders gemaakt.
Niet alleen bij het Hof van Assisen, ook bij de rechtbank van eerste aanleg.
Computers,
smartphones,
tablets,
printers,
het internet,
tekstverwerking,
zweefvliegen,
ja zelfs boeken schrijven.
Cyriel heeft het allemaal geleerd.
Weinigen kunnen of weten beter.
Niemand zal hem dat ooit nadoen.
De dag dat Cyriel er niet meer is, zal Tongeren niet meer hetzelfde Tongeren zijn.
Het wordt een heel groot verschil.
Tongeren/10 /januari 2019
Reactie van Kenny Maes