Zomerserie
Felix Timmermans over de pijp van zijn grootvader
Grootvader was een oude smid,
die niet meer werken kon,
en meestal in de keuken zat,
waar hij tot zeven keer achtereen de gazet las.
Hij had lang wit haar.
De lange steenen pijp was niet uit zijn mond,
en zijn zachte, blauwe oogen volgden
soms minuten lang de pijpesmoor.
Als hij zijn pijp had uitgerookt,
nam hij een stukje appel,
tegen het tabaksgift,
en stopte dan een nieuwe pijp.
Uit
Een Lepel Herinneringen
Felix Timmermans, 1942
Mireille Broekaert (Zottegem)
Prachtig geschreven zoals hij alleen dat kon.
Jill Claes (Ranst)
Echt heel schoon!