Mystiek van douche op zaterdag voor Pasen

Witte Donderdag, Goede Vrijdag en dan Pasen.
Maar wat met de zaterdag voor Pasen?
Binnen de Kerk hangt er een heel verhaal aan vast met treurende moeders en een afgesloten graf.

Dan denk ik aan de jaren 1960, 1961, 1962….
Voor ons, in die tijd, was zaterdag de dag van de douche.

Niet de reiniging van de geest,
wel de reiniging van het lichaam,
eens per week,
zoals dat toen de gewoonte was.

De beginjaren ’60.
De jaren dat Vlaanderen zich ’s zaterdags nog waste in een teil of aan de lavabo.
Met water, warm gemaakt in een moor.
En proper ondergoed aantrok.
Mensen maakten vroeger niet zo veel complimenten.

En hysterie rond hygiëne bestond niet.
En Groen, Greta en Anuna ook nog niet.

Zoals de meesten toen hadden wij thuis geen bad,
geen douche
en het was eerst behelpen met pompwater,

daarna kwam er waterleiding.

In de Stad Antwerpen deed het socialistische stadsbestuur die jaren veel goede dingen voor de werkmensen.
Zo was er de bouw van Stedelijke Badhuizen, alom in de stad.

Ik woonde in Wilrijk,
een flink eind fietsen,
maar hoe jong ook, ik had al heel wat gehoord over dat Stedelijke Badhuis aan het stadion van Beerschot.
Tientallen douches met heerlijk warm water waar je je dus helemaal en zonder curieuze blikken kon wassen.
Prijs: twee frank.
Handdoek en zeep wel zelf meebrengen.

Dat was je beurt afwachten in een grote wachtzaal.
Totdat er geroepen werd: “De volgende dertig, a.u.b.”

Sigaretten doven,
naar binnen,
een scheurtje in het ticket,
je opsluiten in het douchehokje,
je zo snel mogelijk uitkleden wat niet makkelijk was want het was er zo klein,
en dan je lang uitrekken onder die krachtige stralen heet water.

Vijf of tien minuten,
ik heb dat nooit nagekeken,
maar altijd veel te snel ging de bel
en kwam er geen water meer uit de douchekop.

Afdrogen,
opnieuw aankleden,
kledij die je moeilijk kon aantrekken omdat ze bleef plakken aan je lichaamszweet,
schoenen die je niet aankreeg omdat je geen schoentrekker bij je had
en een onderbroek of onderlijfje achterstevoren; door de haast.

Ik was altijd bij de laatsten die weer naar buiten kwamen, wat soms gênant was.
En dan weer naar huis fietsen,
kilometers verder,
met nat haar wat verkoudheden garandeerde.

Enfin, ik voelde me iedere zaterdag de properste mens ter wereld.
Proper genoeg om ’s avonds in de cafés het avontuur te zoeken.
Nog het meest de zaterdag voor Pasen, de dag van properheid en een nieuw kostuum.


Zaterdag 4 april 2021