LIT 101 – Mireille Cottenjé (1973) – “Menselijk contact met negers nog totaal uitgesloten”
Wekenlang waren boekenmarkten ons decor en we kochten met kleingeld enkele planken bij mekaar.
Dat krijg ik op één jaar tijd niet gelezen.
Toch zetten we enthousiast onze – veelgelezen – serie rond Vlaamse schrijvers verder.
We delen graag de fragmenten die ons het meest zijn bijgebleven.
Lezen scherpt aan.
TV-kijken stompt af.Ons volk leest te weinig, veel te weinig.
De gevolgen zijn er.
Jammer.
pagina 60 Blanken zag je hier praktisch nooit en in die tijd was menselijk contact met negers nog totaal uitgesloten, zoals in het westen contact van andersdenkenden met christenen uitgesloten is gebleven zolang de macht van de Kerk er absoluut was. Ik had mijn kinderen, ja, en ik betwijfel sterk of mijn eenzaamheid me zonder hen niet eronder zou hebben gekregen, maar een volwassene heeft niet genoeg aan kinderen. Ik snakte naar een gesprek, ik hunkerde naar de warmte van een mannenlichaam. Na die verschrikkelijke nacht had ik gevreesd voor de rest van mijn leven frigide te zijn, maar dat was een misrekening. Mijn eenzame bed was een ware kwelling. Slapen betekende dromen, erotische dromen waar ik badend in ’t zweet uit ontwaakte, en waken betekende woelen en zuchten en mijn handen die mijn verhitte lichaam aftastten, de vochtige-weke warmte van mijn schoot zochten, me een ogenblik deden verliezen in de armoedige, kortstondige weldaad van zelfbevrediging waar ik me over schaamde en die me van zelfmedelijden in snikken deed uitbarsten. Op zulke ogenblikken was het ontzettend moeilijk niet te denken aan de man die in de aangrenzende kamer misschien met dezelfde wanhopige praktijk bezig was en me de strijd tussen ons te herinneren. Je overwinningskansen verspelen voor een louter biologisch probleem zou volslagen idioot zijn, zei ik tot mezelf en opeens schoot me een lumineus idee door het hoofd: iedere maand bracht ik enkele dagen in de stad door - winkelen, bibliotheekbezoek, zaken regelen met de bank -, ik zou er ditmaal zonder de kinderen heengaan en niet bij kennissen maar in een hotel logeren en eens flink de bloempjes buiten zetten! Ik dacht aan de vele onverdiende jaloeziescènes, scènes waarin de Meester zijn eigendomsrecht deed gelden, waarmee Hans leuke feestjes verknoeid had en verkneuterde me bij het vooruitzicht hem nu koelbloedig te bedriegen. Ik onderzocht wel even mijn geweten maar vond geen enkel bezwaar en ik vertrok opgewekt en vol verwachtingen...