LIT 84 – Felix Fé Timmermans (1924) – ” ’t Is een plezant gevang van buiten…”
Te lezen
op pagina 20
Op de grote markt, die moeite doet om zo groot te zijn als die van Sint-Niklaas, in ’t land van Waas, maar er niet in gelukt, pronkt natuurlijk het stadhuis, in een notarisdeftig sober en smaakvol Louis XV kleed. Een stadhuis heeft altijd veel plaats nodig. Het is de hersenpan van de stad. Zij onthoudt alles, die pan, kent al de vertelsels, beveelt aan het huizenlichaam, en van haar gaat de wil uit, en de begeerte om dit of dat te doen of te laten. Haar zenuwen zijn de mensen, en ze voelt en ondergaat alles tot in de smalste straten en in de donkerste huizekens. Ze houdt van klaarheid en heeft daarom meer dan 2000 flessegroene ruitjes met petroleumschijnen in. Daarbinnen is een zeer schone in hout gestoken trap, die met een zeer durvende wrong omhoog draait (om alle trappenmakers jaloers te maken) naar de kamers en herinneringen en vertelsels. En wie daar naar luistert, ondervindt het eeuwig liedje dat de mensen steeds dezelfde gebleven zijn, en alleen de klederen veranderden. Plots nevens het stadhuis staat als de silhouet ener uitgesneden lans, de dunne lenige Gothieke Belforttoren, die uit een sierlijke kroon van vier schalietorentjes zijn ronde spits in de lucht angelt. Een dwalende staartster is op de spits blijven haperen en wijst nu de winden aan. Het Belfort heeft ook zijn horloge, en lijk bij elk goed ingezeten burger, is de zijne ook van goud, (zo vertellen de schrijfboekomslagen) maar omdat men het niet zou weten, heeft men haar zwart geschilderd, en nu is het ook iedereen vergeten… Een oude binnenstadspoort, waar men gaarne onder door gaat, maar niet gaarne inkomt, is het gevang. Waren er zo geen dikke tralies voor de ramen, waarachter men soms een gevangene ziet zuchten, men zou geloven: ’t is voorzeker de vergaderplaats voor een maatschappij van om ter langst smoren. ’t Is een plezant gevang van buiten, met twee vriendelijke huizekens bezijds, met heiligenbeelden en lantarens boven en in den poortkoker, spelende dakvensters met vergulde kelken, een grieks fronton, schouwen waarboven ijzeren krullen windvaantjes omhoog steken. Maar spijts dat alles is het toch een gevang.
Uw mening is belangrijk voor ons