Serie 51 – Willem Elsschot (in 1933) – “Fromage is minder kaasachtig dan kaas”
In “Kaas”, geschreven in 1933,
telt en weegt ieder woord.
Willem Elsschot (1882-1960) beschrijft de hoop, neergang en treurnis van een eenvoudige familievader die gelooft dat het succes in de Antwerpse zakenwereld op hem wacht.
“Kaas” werd in 2003, na vertaling, een voltreffer in de Verenigde Staten met lovende commentaar in New York Times, iets wat weinigen gegund is.
Een fragment uit het meesterwerk:
"...Over die kwestie van het briefpapier
heb ik mij een halve dag lang het hoofd gebroken.
Ik ben namelijk van mening dat er een moderne firmanaam moet op staan
en niet zo maar eenvoudig Frans Laarmans.
Ook vind ik het beter dat mijn kaasonderneming
niet ter ore van mijnheer Henri komt,
voor ik zeker ben nooit meer een voet in de General Marine te zetten,
tenzij dan om er kaas te leveren aan de kantine.
Ik heb nooit kunnen vermoeden
dat het kiezen van een firmanaam zo moeilijk is.
En toch zijn miljoenen mensen
met minder verstand dan ik
over die moeilijkheid heen geraakt.
Als ik de naam zie van een bestaande firma,
dan komt mij die altijd heel gewoon,
ik zou haast zeggen bekend voor.
Die mensen konden niet anders heten dan zij heten.
Maar waar een nieuwe naam vandaag gehaald?
Ik stond voor al de moeilijkheden der schepping,
want uit niets moest ik iets tevoorschijn toveren.
Ik begon het met eenvoudige Kaashandel.
Maar als mijn naam daar niet onder staat,
dan is het te onbepaald.
Kaashandel, Verdussenstraat 170, Antwerpen,
ziet er verdacht uit,
alsof er iets verborgen wordt gehouden,
alsof er wormen in die kaas zitten.
Toen kwam ik op Algemene Kaashandel.
Dat was al beter.
Maar ik vind dat zo’n Vlaamse benaming zo naakt is,
zo overdreven duidelijk,
zo zonder bloemen.
En ik houd niet van het woord kaas,
dat heb ik nog gezegd.
Daarop probeerde ik
COMMERCE GÉNÉRALE DE FROMAGE.
Dat klinkt beter
en fromage is minder kaasachtig dan kaas.
COMMERCE GÉNÉRALE DE FROMAGE HOLLANDAIS
is weer een stap vooruit.
Daardoor houd ik mij zeker een hoop mensen van het lijf
die Gruyère of Chester nodig hebben,
terwijl ik alleen Edammer omzet.
Maar Commerce is toch niet alles.
ENTREPRISE GÉNÉRALE DE FROMAGE HOLLANDAIS.
Daar zit klank in.
Maar Entreprise betekent ondernemen
en ik onderneem eigenlijk niets.
Ik sla eenvoudig kaas op
en verkoop die.
Dus
ENTREPÔTS GÉNÉRAUX DE FROMAGE HOLLANDAIS.
Maar het opslaan is bijzaak.
Dat doe ik trouwens niet eens zelf,
want ik wil al die kaas niet in mijn huis.
De buren zouden protesteren
en daar heb je de Vemen voor.
De verkoop is hoofdzaak en tekenend voor mijn bedrijf.
De omzet, zoals Hornstra zegt.
Wat de Engelsen “trading” noemen.
Dat is nog eens een woord!
Waarom ook geen Engelse firmanaam,
zoals de General Marine and Shipbuilding Company zaliger?
Engeland heeft op handelsgebied een verdiende wereldfaam.
GENERAL CHEESE TRADIG COMPANY?
Ik begin licht te zien.
Ik voel dat ik mijn doel ga bereiken.
ANTWERP CHEESE TRADING COMPANY?
Of misschien
GENERAL EDAM CHEESE TRADING COMPANY?
Zo lang die kaas er in zit, zal het niet gaan.
Die moet vervangen worden door iets anders:
voedingswaren,
zuivelproducten
of iets in die aard.
GENERAL ANTWERP FEEDING PRODUCTS ASSOCIATION?
Eureka!
De beginletters vormen GAFPA,
een echt slagwoord.
-Koop liever uw kaas bij de Gafpa, mijnheer.
-Ik zie wel dat u niet gewoon bent aan echte Gafpakaas, mevrouw.
-Gafpakaas is geen kaas, het is honing, mijnheer.
-Haast u, want onze laatste zending Gafpakaas is bijna uitgeput.
Later zal kaas van zelf wegvallen,
want Gafpa wordt spoedig een synoniem van volvette Edammerkaas.
-Ik heb gedejeuneerd met één enkel broodje en een stuk Gafpa.
Zo ver moet ik komen. (...)