VIDEO – Lezing – Het nut van volksjury en Hof van Assisen
Op de heetste meiavond 2018 in het hete en drukke Leuven organiseerde ELSA, The European Law Students’ Association, in de Aula STUK, een lezing over het nut – of niet – van het Hof van Assisen en volksjury.
Zo te horen aan de vragen die rechtenstudenten te stellen hadden,
heeft een vorige spreker,
met het brio van een thuisspelende professor-minister,
wel de nodige twijfel gezaaid en wellicht was dat ook de bedoeling.
We hoorden vragen of beroepsrechters,
vanuit hun academische vorming,
logischerwijze toch veel slimmer moeten zijn dan 12 burgers
die uitgeloot worden om een dossier rond een misdrijf te beoordelen?
En of,
als het dan toch niet anders kan volgens de grondwet,
het dan wel 12 burgers moeten zijn en bijvoorbeeld geen 3 of 4.
Er waren nog meer vragen in die zin.
Koen Geens heeft gezaaid
en het onkruid groeit en bloeit snel.
Weg van ons-kent-ons
Honderd andere studenten leken wel overtuigd van het nut van een volksjury,
los van het ons-kent-ons.
Dat het allemaal zo lang duurt?
Dat komt door de voorafgaande procedures die best mogen vereenvoudigd worden.
En ook door het gebrek aan mensen en middelen waardoor onderzoeken zo lang duren.
Hoger, Lager
Er wordt graag uitgepakt met de vermeende snelheid waarbij in sommige andere landen mensen voor hun rechters worden gebracht.
Dat klopt.
België moet het bijvoorbeeld stellen met 10 speurders,
in andere landen kan men 100 politiemensen en speurders op een zaak zetten.
Dat gaat dus sneller.
Idem voor de kwaliteit van de speurders en de experten.
Overbevraagd,
onderbetaald
en niet altijd de meest bekwamen in het vak
want véél van de echt goeien stappen uit de stiel
of wensen niet verder op hun geld te wachten dat ze soms pas met jaren vertraging ontvangen.
Voor een Hof van Assisen,
in volle openbaarheid en volledigheid,
vallen deze mankementen veel meer op
dan binnen de haastigheid van een correctionele rechtbank
waar beroepsrechters vaak oordelen
nadat ze geen 10 procent van het dossier hebben (kunnen) lezen
en na een ondervraging van enkele minuten van de beklaagden.
Een parodie op gerechtigheid, quoi!
Taal der cijfers
Magistraat Patrick Boyen, een uitzonderlijk vakbekwaam en eerlijk man, had interessant cijfermateriaal bij.
Zoals over de 0,7% van het BNP dat België aan justitie besteedt,
tegenover 4% in ons omringende landen
en 2,65% als Europees gemiddelde.
De proceskosten die een procedure voor het Hof van Assisen zouden veroorzaken,
blijken uit ander cijfermateriaal heus mee te vallen.
Een maandenlang deeltijds gedoe voor de correctionele rechtbank,
daarna voor het Hof van Beroep,
moet niet onderdoen in duurtijd en kostprijs.
Geen beroep mogelijk?
Wie zegt dat?
Het gejammer over het niet voorzien van een procedure in beroep na een uitspraak van een Hof van Assisen, kan enkel komen uit de mond van onwetenden.
“Europa” verplicht het alleszins NIET.
Immers artikel 336 bepaalt nog altijd dat,
indien de beroepsrechters zouden oordelen dat de volksjury zich vergist bij een schuldigverklaring,
het hele proces stande pede nietig wordt verklaard
en moet overgedaan worden voor een andere volksjury.
Er werden nog veel meer interessante dingen gezegd,
goed gebracht op het niveau van studenten
en geconsumeerd met vele anekdotes,
zonder namen te noemen.
We komen daar later op terug, bij het vervolledigen van het artikel.
Gust Verwerft
Woensdag 8 mei 2018