Iemand moet het durven zeggen“Ik doe niet mee met die kritiek …”

Ik weet het wel, het is best dat Geert Vanweehaeghe werd vrijgesproken van de doodslag, zelfs moord op zijn Caroline Vyncke.


Een zoveelste Kortrijkse casus en een alweer flagrant voorbeeld met welke krakkemikkige middelen en mensen onze justitie werkt of moet werken.

Tijdens het proces zwol de twijfel.
En gegronde twijfel moet recht blijven geven op een vrijspraak.
Altijd.
Zodus, gerechtigheid is geschied.


Twijfel is heilig

Die twijfel was er niet de voorafgaande vier jaar.
Niet bij de speurders, niet bij de onderzoeksrechter, niet bij de raadkamer, niet bij de psychiaters, niet bij de Kamer van Inbeschuldigingstelling en niet bij zeven van de twaalf juryleden.


Zeven is een heilig getal.
In dat geval moet de voorzitter van het Hof van Assisen en zijn twee assessors zelf oordelen over schuld en onschuld.


En die hadden eerder al voor zichzelf beslist dat de sukkelaar Geert Vanweehaeghe niet mocht en niet kon veroordeeld worden.


Schande zaaien,
Sensatie oogsten

Het is de schuld van de speurders, klinkt het.
Zo staat het zelfs te lezen in zeer serieuze gazetten en in lichtvoetige tv-programma’s waarvan we helaas de reporters het hele proces niet hebben gezien.


Een telefoontje links en rechts volstaat soms om het woord ’schande’ te zaaien en om ’sensatie’ te kunnen oogsten.
Zo gaat dat, tegenwoordig, in de journalistiek, ook al bij gebrek aan mensen en middelen.
De pot en de ketel.


Het ene gelijk
is het andere gelijk niet

Onderzoeksrechter Marc Allegaert reageerde al tijdens het proces.

Hij verweet de advocaten van Vanweehaeghe dat ze tijdens het onderzoek niet om bijkomende onderzoeksdaden hadden gevraagd en hun strategie volledig hadden afgestemd op het Hof van Assisen om daar hun gelijk te halen, in de schijnwerpers en voor een groot publiek.


Enfin, het zal mij kwalijk genomen worden, maar ik doe niet mee met de kritiek op de leden van de recherche van politiezone Grensleie die de volle laag kregen.


Met 13 waren ze, annex een misdrijf-analist, annex het volledige labo van de federale gerechtelijke politie.


Als het dorp spreekt,
zwijgt het verstand

Dit gedreven korps liep verloren in fantastische vertellingen van de dorpelingen van Moorsele, alweer Moorsele.


Het ging zo ver dat autochtonen zelfs de ietwat onnozele Geert ’s avonds met een lijk in een rolstoel, richting de beek hadden zien stappen. De beek waaruit later stukken van het lijk van de marginale Caroline Vyncke werden gehaald.


De dorpsdokter beschreef vanaf de eerste minuut Geert als een sociale fraudeur die graag in een rolstoel rondreed en hierdoor de mutualiteit oplichtte maar in werkelijkheid een gespierde kerel was met een ongelooflijke kracht die hij demonstreerde op de kermis met het optrekken van attracties.


Dezelfde rechercheurs kregen voorts te horen dat Caroline had aangekondigd dat ze zo snel mogelijk, liefst dezelfde avond, bij hem zou weggaan.
Dat had ze dezelfde dag aan haar familie gezegd, langs de telefoon.
Het OCMW had een flat voor haar gereed.


“Zichzelf aan de galg praten”,
het bestaat

Als die Vanweehaeghe dan de volgende dagen het ene verbluffende verhaal na het andere vertelt in het dorp over de verdwijning van Caroline en bij de eerste ondervragingen blijft fantaseren over de vele ruzies die hij met haar zou gehad hebben en zelfs alle details geeft van de verwijten die hij moest slikken – “Gij zijt geen man” – dan spitst zo’n onderzoek zich inderdaad toe op één persoon.


Ontoerekeningsvatbaar, aldus drie psychiaters.
Sluwe vos, meende de onderzoeksrechter.


De buurman,
vertrouw nooit de buurman

Verder is tijdens dat onderzoek veel misgelopen en goddank dat er, twee jaar later, door het gebruikelijke stomme toeval, stukjes lijk werden gevonden in het schamel huisje van een rare Franse buurman die er toen niet meer woonde.

Het is die buurman, Thomas Couvreur, die nu tot moordenaar werd uitgeroepen hoewel hij altijd heeft ontkend en gehoor vond bij de procureur, de onderzoeksrechter en de voorzitter van de raadkamer.


De goddelijke voorzienigheid,
inderdaad

Het moet de goddelijke voorzienigheid zijn geweest die, tijdens de finale van het proces, een andere buurman ertoe bracht te getuigen dat Thomas Couvreur een wraakzuchtige kerel is.


Vier jaar geleden zelf ondervonden maar nooit verklaard in een proces-verbaal.
Justitie van de ondergang gered door een engel.


“Hij heeft op mij wraak willen nemen nadat ik de politie had gebeld.”


De vrolijke terugkeer
van het verloren geheugen

En toen herinnerde het hele gezelschap zich plots dat Caroline enkele dagen voor haar dood ook de politie om tussenkomst had gevraagd omdat Couvreur het geld van een verkoop was komen eisen.
Geld waarop hij recht had.


Meteen had de openbare aanklager zijn missing link en kon de verraste Couvreur schuldig worden verklaard en zelfs tot levenslang veroordeeld.

Einde goed, alles goed in een zaak waarin het toeval iets te veel heeft meegespeeld om een toeval te zijn.

Het volledige proces

Brugge/donderdag/14 mei 2015